Curaçao: de algemene staking van 15 september 2016, een herhaling van Trinta di Mei?

picture1

English version: A general strike starting from refinery workers at the caribbean island of Curacao – awaiting new masters from China.

Portugese version: Greve geral em Curaçao e os novos patrões da China.

Kén lo tradusi esaki teksto den papiamentu?

De staking van een week van raffinaderijarbeiders, gevolgd door de algemene staking van 15 september op Curaçao heeft in het Caraïbisch gebied tot veel belangstelling geleid. Met name het feit dat een geheimzinnige geldgever met ruim 1,8 miljoen gulden[1] aan achterstallig loon op de proppen kwam, heeft tot verbazing geleid. Zo berichtten Surinaamse media uitgebreid over de arbeidersacties. Men herinnert zich nog goed de stakingen en rellen van 30 mei 1969 op Curaçao die door Nederlandse mariniers werden neergeslagen, en die leidden tot veranderingen in de politiek. In Nederland is daarentegen weinig aandacht besteed aan de recente stakingsbeweging[2], terwijl Curaçao toch deel uitmaakt van het Koninkrijk, sinds 2010 als land. In dit artikel zetten we de gebeurtenissen op een rij, geven we achtergronden, proberen we te begrijpen welke krachten aan het werk zijn in het Caraïbisch gebied en geven we perspectieven voor de arbeidersstrijd.

Chronologie

Sinds september 2011, toen de CAO van de arbeiders van de Isla-raffinaderij afliep, zijn hun lonen niet meer verhoogd. Onderhandelingen tussen de werkgeversbond Antilliaanse Aannemers Vereniging (AAV) en de vakbond SGTK lopen jarenlang op niets uit.[3] Al die tijd ontvangen de arbeiders geen compensatie voor de inflatie, over 2010-2015 gemiddeld 2,1% per jaar. Tegelijkertijd neemt werkgelegenheid in de oliesector af.[4] Daarbij komt dat de raffinaderijarbeiders via aannemers werken. De in werkgeversorganisatie AAV verenigde aannemers beweren op hun beurt dat ze geen financiële ruimte hebben omdat ze moeten concurreren met goedkopere Venezolaanse aannemers[5]. Dit maakt echter geen indruk op de raffinaderij-arbeiders. Reeds in 2012 wezen de leden van de SGTK een Cao-voorstel van ‘hun’ vakbond af. De SGTK neemt in de beste corporatistische tradities deel aan gesprekken achter gesloten deuren met regering en het Bureau Landsbemiddelaar [6]. Maar blijkbaar kan de vakbond niet om de druk van de arbeiders heen.

 

Maandag 29 augustus 2016

“We vragen nu 8 procent, volgend jaar 5 en in 2018 nog eens 4 procent”, zegt vakbondsleider Alcides Cova. Sinds de vroeger uurtjes blokkeren 600 arbeiders de Schottegatweg in Willemstad, vlakbij de Raffinaderij Isla. Daarmee is de staking van de raffinaderijarbeiders begonnen. Ze laten zich niet weer aan het werk sturen door minister Ruthmilda Larmonie-Cecilia van Arbeid tijdens haar bemiddelingsgesprekken met hun werkgever, de Antilliaanse Aannemers Vereniging (AAV).

Zie ook https://www.youtube.com/watch?v=NTsJsD7oWnQ (niet gehele video)

 

Maandag 12 september 2016

 

De staking duurt al een week. Onderhandelingen leidden tot niets. De AAV gaat akkoord met de jaarlijkse loonsverhogingen, maar de bonden staan onder zware druk van de arbeiders. Ze willen dat alle 700 medewerkers een eenmalige uitkering van 3000 gulden (1505 euro) krijgen als compensatie voor de jaren waarin de AAV in gebreke bleef. De AVV houdt 500 gulden (251 euro) voor het maximaal haalbare.

Uit een reportage van journalist Dick Drayer blijkt dit idee ook te leven bij de stakers. De stakers voelen zich gesterkt in hun strijd wanneer arbeiders werkzaam op de Curaçao Oil Terminal zich uit solidariteit bij de staking aansluiten.

Aan de andere kant heeft minister Nelson Navarro van Justitie per decreet een verbod uitgevaardigd voor groepen van meer dan vier personen om zich op of aan de openbare weg te bevinden als ‘redelijkerwijs kan worden aangenomen dat dat een bedreiging voor de openbare orde met zich meebrengt’. Daarmee dreigt de staking uit te lopen tot een confrontatie met de staat.

Ruim een eeuw ervaring van de arbeidersklasse laat zien dat de vakbeweging in zo’n geval alles op alles stelt om de klassenstrijd te beëindigen. Gezien de strijdvaardigheid van de arbeiders kan de vakbeweging dat alleen door zich achter de staking te plaatsen in de hoop de leiding ervan over te kunnen nemen.

 

 

Dinsdag 13 september 2016

 

Zeventien vakbonden, de vakcentrales CGTC en SSK, steunen met een brief aan de Gouverneur de stakingen geïnitieerd door de SGTK, inclusief de eis van de eenmalige uitkering. Maar in de brief keren ze zich ook tegen een wet[7] die hun ‘onderhandelvrijheid’ dreigt in te perken en tegen het decreet van de Minister van Justitie.

In de middaguren stelt oud-minister en oud-vakbondsleider Errol Cova (niet te verwarren met Alcides Cova van de SGTK) – die zich heeft opgeworpen tot woordvoerder van de vakbeweging – dat de situatie ongewijzigd is, en kondigt een algehele staking af voor donderdagochtend 15 september.

 

picture2
Spotprent in het Antilliaans Dagblad, waarin het wordt voorgesteld alsof de stakende arbeiders de bevolking in gijzeling hielden en Cova de staking gebruikt voor een terugkeer in de politiek.

Donderdag 15 september

 

De algehele staking uit zich in het afsluiten van de stroom voor het hele eiland (dat betekent geen airco), gesloten scholen en winkels. Achter de schermen wordt onderhandeld onder leiding van Stanley Betrian, facilitator van het nationaal platform voor dialoog Kòrsou ta Avansá.

Ondertussen is ook overlegd gepleegd tijdens het kort geding van nutsbedrijf Aqualectra tegen de vakbonden STKO, SEU en STK om de electriciteitsarbeiders te verplichten aan het werk te gaan. De vakbonden gingen tijdens de behandeling van het kort geding ermee akkoord om hun leden zo spoedig mogelijk op te roepen om hun werkzaamheden direct te hervatten, dat wil zeggen … de staking te breken. Het is echter onwaarschijnlijk dat de electriciteitsarbeiders ook daartoe bereid waren. Maar door de bereidheid van één van de deelnemende vakbonden om de staking te beëindigen, was alvast in moreel opzicht een bres geslagen in het front van strijdende arbeiders.

Daarbij komt dat strijdende arbeiders beter de stroomvoorzieningen van de proletarische wijken en van b.v. het ziekenhuis weer op gang brengen. Zo kunnen ze de bevolking laten zien dat zij als klasse in staat zijn de maatschappij te laten functioneren. Nu gebruikten hun tegenstanders de zes uur durende stroomonderbreking tegen de stakers en verspreidden zelfs geruchten dat door de blokkade van de Schottegatweg de drinkwatervoorziening in gevaar kwam.

Om halfvijf ’s middags maakt bemiddelaar Betrian aan de media bekend: “Het ging prima”. Het omstreden wetsvoorstel is uitgesteld. En het geld waar de stakers om vroegen is binnen, 1,8 miljoen gulden. “Ter beschikking gesteld door de private sector”, zegt Betrian. Hij of andere betrokkenen weigeren te antwoorden op de vraag wie deze geheimzinnige geldschieter is, die al ‘barmhartige Samaritaan’ wordt genoemd, alsof het uit liefdadigheid was dat de arbeiders achterstallig loon is uitbetaald.

Trouw schrijft: “De bonden halen na drie weken in ieder geval opgelucht adem. ‘Een grote overwinning’, zegt woordvoerder Cova”.

 

 

Een overwinning voor wie?

 

Wanneer de achterstallige lonen inderdaad worden uitbetaald, dan hebben de inkomens van de arbeiders misschien ongeveer gelijke tred gehouden met de prijsstijgingen. In economisch opzicht zijn zij er dan wat dat betreft niet op achteruitgegaan, maar ze hebben niet eens gedeeld in de toenemende stijging van de arbeidsproductiviteit. Zoals hierboven al werd aangegeven, de werkgelegenheid in de oliesector is achteruitgegaan. Als we mogen aannemen dat de hoeveelheid werk niet is afgenomen, dan wordt hetzelfde werk gedaan met minder mensen. De bittere waarheid is dat ondanks arbeidersstrijd de uitbuitingsgraad steeds verder toeneemt.

De werkelijke overwinning van de arbeiders is die op zichzelf geweest: dat zij hun onderlinge verdeeldheid hebben overwonnen en een strijdende eenheid hebben opgebouwd die hen de moed gaf om de aannemers en de daarachter de uitbaters van de Isla Raffinaderij te confronteren met hun eisen. Daarbij hebben ze ook hun krachten moeten inzetten tegen de ‘eigen’ vakbond en tegen de vakbeweging in bredere zin, die niet de arbeidersbelangen maar haar eigen belangen verdedigt, haar voortbestaan als organisatie met ‘onderhandelingsvrijheid’, tegen de druk in die uit de politiek kwam.

 

 

Waarom is de vakbeweging opgelucht?

 

Overeengekomen is dat de omstreden wet Optimalisering overheidsgelieerde entiteiten niet in werking treedt zolang de partijen deelnemen aan de nationale dialoog. De nationale dialoog duurt maximaal een maand en gaat per 26 september in. Daarna moeten de partijen een verslag met conclusies presenteren. Wat het decreet van Navarro betreft, is afgesproken dat dit zou worden ingetrokken zodra de staking werd beëindigd. Ook zijn de partijen overeengekomen om onderwerpen, die in het algemeen belang zijn, voortaan in het nationaal dialoogplatform te bespreken.[8] Daarmee heeft de vakbeweging op Curaçao, onder dreiging van de wet en het decreet die haar ‘onderhandelingsvrijheid’ inperkten, ‘opgelucht’ haar weg van integratie in de staat vervolgd.

 

 

Curaçao in de regio en de wereld

 

Het huidige Curaçao – met zijn raffinaderij – bestaat sinds de Eerste Wereldoorlog. In 1914 werd olie gevonden in het Maracaibo Bassin van Venezuela. Op dit moment zorgt dit olieveld voor 50% van de ruwe aardolie van Venezuela.  Shell en haar dienaar, de Nederlandse staat, besloten in 1915 op Curaçao, nabij de plek waar vroeger slaven werden verhandeld, een raffinaderij te vestigen, op Nederlands grondgebied op slechts 45 km van de Venezolaanse olievelden. Shell en Exxon controleerden de oliemarkt, van het oppompen in Venezuela, de raffinaderijen op Curaçao en Aruba en de distributie naar klanten in Amerika, vooral naar de enorm groeiende markt van de Verenigde Staten die door hun deelname op afstand aan de Eerste Wereldoorlog de status van supermacht hadden verworven. In 1938, toen in Mexico de olie-industrie werd genationaliseerd, haalden Shell en Exxon opgelucht adem: ze hadden goed gedaan aan de raffinaderij op Curaçao. Een veilige haven waarin de imperialistische oliebelangen tijdens de Tweede Wereldoorlog beschermd konden worden door de marine, door water gescheiden van mogelijke sociale en politieke onrust in Venezuela. Maar in 1975 nationaliseerde Venezuela de olie-industrie. Nu moest Shell de ruwe olie inkopen tegen wereldmarktprijzen. De raffinaderijen op Curaçao en Aruba waren nog steeds gunstig gelegen voor de verwerking van de olie uit Venezuela, maar de opbrengst was minder. In 1985 trok Shell zich terug van Curaçao wegens blijvende verliezen op de raffinaderij en wereldwijde overproductie. De raffinaderij werd voor 1 gulden verkocht aan Curaçao en kwam uiteindelijk in handen van Venezuela.  De inmiddels zwaar verouderde raffinaderij zorgt voor veel vervuiling op het eiland.[9]

 

picture3
Vicepresident van PdVSA Asdrúbal Chávez (links) en premier Asjes (rechts) ondertekenen het ‘Memorandum of Understanding’.

 

In 2014 tekenen de premier van Curaçao, de vicepresident van Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA, Asdrúbal Chávez (ja, de neef van …) en José van den Wall Arnemann namens de Refineria di Kòrsou (RdK) een intentieverklaring dat zij samen op zoek gaan naar een derde partij, om investeringen te realiseren voor de modernisering van de Islaraffinaderij.[10] Deze ‘derde partij’ zou echter nog lang op zich laten wachten…

Trinta di Mei 1969

 

picture4

Om de kinderen van Shell-medewerkers Nederlandstalig onderwijs te kunnen bieden, veranderde in het begin van de 20ste eeuw de taal van het onderwijs van Spaans in Nederlands. Via de leerplicht drong de kolonisator vervolgens aan de bevolking haar taal op. Met name in de jaren 1950 werden de infrastructuur verbeterd en op grote schaal woningen neergezet. In 1952 – op het hoogtepunt – had Shell 12.631 werknemers in dienst. Vergeleken met Venezuela waren en zijn de inkomens op Curaçao hoog. Maar met name de Afro-Caribische bevolking, deelde weinig in de welvaart. Het  omslaan van een staking in het oproer van 30 mei 1969 werd belangrijk gevoed door dit onbehagen.

We citeren van Wikipedia om enkele treffende overeenkomsten met de staking van dit jaar naar voren te laten komen:

“Op Curaçao ging het in de jaren 60 bergafwaarts met de economie. De stijgende prijzen werden niet voldoende gecompenseerd door stijging van de lonen, waardoor de koopkracht van de bevolking afnam. Bovendien leidde het contractor-systeem van de Shell, waarbij de Shell haar arbeiders ontsloeg die dan via onderaannemers voor een veel lager loon en zonder sociale bescherming hetzelfde werk moesten doen, tot veel onrust. De directe aanleiding voor de staking was het stagneren van de onderhandelingen voor een nieuwe CAO.” Trinta di Mei, [11] Wikipedia.

Toen steeds meer eilandbewoners zich aansloten bij een protestdemonstratie van de stakende raffinaderijwerkers en havenarbeiders, en met de leuze Pan i respet (= brood en respect) hun diepere onvrede de straat op brachten, veranderde de staking van een simpele loonstrijd in een volksoproer.

picture5

Zoals zo vaak hadden de stakende arbeiders, bij gebrek aan de controle over hun eigen strijd, het nazeggen. Ingevlogen Nederlandse mariniers maakten een einde aan de volksbeweging en de staking.

De leider van de staking, ‘Papa’ Godett, tijdens het oproer door de politie in de rug geschoten, richtte de politieke partij “Frente Obrero i Liberashon 30 di mei” op.

 

picture6
‘Papa’ Godett als stakingsleider

 

Deze ‘radicale’, ‘socialistische’ partij behaalde een grote overwinning bij de verkiezingen in september. Godett zat op dat moment in de gevangenis voor zijn aandeel in de ‘opstand’ van 30 mei. Hij werd vrijgelaten en nam zijn plaats als Statenlid in. In het Kabinet-Evertsz (1973 – 1977) was Godett minister van Arbeid en Sociale Zaken, en korte tijd later ook van Cultuur, Sport en Recreatie. Ondanks goede bedoelingen bereikte hij niet veel. De grootste daad van Godett als minister was het verlagen van de pensioenleeftijd, maar hij verhoogde de premie niet, waardoor een Antilliaans pensioen niet veel meer waard was.[12]

Voortaan zou de heersende klasse van Curaçao ook kunnen steunen op een elite van het Afro-Caribische bevolkingsdeel. Dat was de verandering die de Trinta di Mei 1969 heeft gebracht. Maar de arbeiders in de haven, in de olieopslag en op de raffinaderij bleven loonarbeiders, en de werklozen bleven werkloze arbeiders. Nieuwe politieke partijen konden vanaf nu wisselend succes behalen bij de verkiezingen door een beroep te doen op gevoelens van onderdrukking en minderwaardigheid uit de periode van slavernij, die steeds verder in het verleden lag. Voor het proletariaat van Curaçao betekende het cultiveren van dit verleden, dat daarmee zijn blik werd afgehouden van zijn werkelijke bestaan als loonarbeiders. Maar de werkelijkheid laat zich niet ontkennen. De lonen van wie werk hielden, konden steeds minder voorzien in het levensonderhoud.

De heersers van Shell vertrokken, die van Venezuela kwam in hun plaats, maar na Cuba hangt ook dit model van Latijns-Amerikaans ‘socialisme’ inmiddels aan de rand van het bankroet. De Isla Raffinaderij zal weer in andere handen komen. Om te weten wat deze wisseling betekent voor de arbeiders, is het goed om te zien hoe de burgerlijke politiek daarmee omgaat.

 

 

De bourgeoisie van Curaçao

 

We hebben boven gezien hoe het ontstaan van politieke partijen met een ‘socialistisch’ woordgebruik en een kiezersbasis in het Afro-Caribische bevolkingsdeel de staat heeft versterkt. De aloude heersende klasse heeft geleerd handig gebruik te maken van de weerzin die de Nederlandse kolonisatoren hebben opgeroepen onder het grootste deel van de bevolking. Onder het mom van anti-imperialisme speelt zij de nationalistische kaart, het middel bij uitstek om de arbeiders aan zich ondergeschikt te houden. Hetzelfde kan gezegd worden van de heersende afkeer van Aruba, een eiland dat net zo goed afhankelijk is van een raffinaderij; een effectief middel om arbeiders tegen elkaar uit te spelen die hetzelfde werk doen onder dezelfde slechte omstandigheden. Het proletariaat van Curaçao is grotendeels afkomstig uit migratie – langer geleden of meer recent – van andere Antillen of van andere eilanden, ook van Haïti en de Dominicaanse Republiek, uit Venezuela, uit Suriname, enzovoort, terwijl ook een deel van de emigranten uit Europa en Azië tot het proletariaat behoren. Deze immigratiebewegingen zijn net zo onvermijdelijk als de emigratie naar b.v. Nederland. Het kapitaal gebruikt de migratie om de arbeiders tegen elkaar op te zetten op basis van hun herkomst, cultuur of godsdienst, en het voor het stellen alsof het ‘vaderland’ hen zal beschermen tegen de ‘vreemdelingen’.

Decennialang laat de politiek van Curaçao een beeld zien van populisme, verlakkerij van de kiezers, machtsmisbruik en corruptie. Behalve van de verdeel-en-heers politiek die de Nederlandse kolonisatoren uit hun verzuilde vaderland meenamen en van de antikoloniale en ‘socialistische’ retoriek naar Latijns-Amerikaans voorbeeld, heeft deze eiland-bourgeoisie geleerd van de Amerikaanse maffia, ruim vertegenwoordigd in de drugshandel en de goksector, wat zich manifesteert in politieke moorden, zoals op de politicus Wiels, toen deze het waagde te dreigen met onthullingen. Financiële en juridische malversaties, verborgen achter calvinistische hypocrisie met behulp van de op het belastingparadijs gevestigde internationale accountantskantoren, completeren de competenties van de heersende klasse van Curaçao.

Maar de wereld is in beweging, voortgedreven door de economische crisis van het kapitalisme, vlucht het kapitalisme in een nieuwe interimperialistische oorlog. Landen vallen uiteen en allerlei pogingen worden ondernomen om nieuwe economische en militaire blokken te vormen. Curaçao kan – gezien zijn strategisch gunstige ligging –niet ontsnappen aan nieuwe stuiptrekkingen.

 

 

Wie is Erroll Cova?

 

 

picture7
Erroll Cova als stakingsleider

 

Het blad Amigoe schrijft in een evaluatie van de staking:

“Het hele verloop de afgelopen weken werpt ook vragen op over de rol van Errol Cova bij deze acties. Cova, die lang van het politieke- en vakbondstoneel was verdwenen en zich op de achtergrond bezighield met advisering, stond de hele week prominent op de voorgrond. Is hij bezig aan een comeback? De tijd zal het leren.”[13]

Wikipedia leert ons het volgende over Erroll Cova:

“Cova was vicepremier en minister van Economische Zaken in de regering van Etienne Ys. Hij vertegenwoordigde de Partido Laboral Krusada Popular. Hij toonde zich een bewonderaar van de Bolivariaanse revolutie in Venezuela en reisde enkele malen naar het grote buurland. Zijn openlijke steun aan president Hugo Chavez bracht hem op de Antillen in de problemen. Zo eiste hij in een interview het vertrek van de Amerikaanse drugsbestrijdingseenheid van de Antillen, en zei hij tegen de Venezolaanse vicepresident Mangel, dat het Nederlandse kolonialisme de Antillianen een minderwaardigheidsgevoel tegenover de Hollanders, maar ook een superioriteitsgevoel ten opzichte van de andere volkeren in Latijns-Amerika had gegeven. Uiteindelijk moest Cova aftreden.

In 2008 verzette hij zich hevig tegen de staatkundige overeenkomst tussen Nederland en de afzonderlijke eilanden, die moeten leiden tot meer zelfstandigheid of juist een nauwere band met Nederland. Cova riep Nederland op om op grond van het Handvest van de Verenigde Naties artikel 73 toe te werken naar de zelfstandigheid van de Antillen.” [14]

We hebben geen enkele aanwijzing dat Erroll Cova van standpunten is veranderd. Hij is en blijft waarschijnlijk een populist die met anti-kolonialistische en ‘socialistische’ retoriek probeert politiek voordeel te behalen in de volgende verkiezingen. Op dit moment is hij actief in allerlei vakbonden en doet zich voor als arbeidersvriend, wat hij waarschijnlijk zelf ook echt gelooft.

Maar de geschiedenis van Castro op Cuba, Lula in Brazilië (begonnen als vakbondsleider), Chavez in Venezuela, laat zien dat dit soort leiders niets bereiken voor de arbeidersklasse. Op wereldvlak spelen ze een rol voor zover ze in botsing komen met de Verenigde Staten. Voor de ineenstorting van de Sovjet-Unie konden ze daarom rekenen op steun van het Oostblok. Zonder deze financiële steun, worden ze hard getroffen door de crisis van het kapitalisme. Want hoeveel bedrijven ze ook mogen nationaliseren, de loonarbeid blijft, het kapitaal en de crisissen blijven, hooguit neemt het kapitaal de vorm van een inefficiënt staatskapitalisme. De kleinere antikoloniale ‘socialisten’ zoals Godett op Curaçao, spelen daarentegen slechts een rol in de onderlinge strijd van plaatselijke kapitalistische belangengroepen, en worden uiteindelijk ingepalmd door de staat. Erroll Cova heeft dit spel al eens gespeeld. Herhaling wordt belemmerd door het failliet van het Chavez-regime in Venezuela. Voor hem geldt hetzelfde als voor de heersende politiek van Willemstad: de dienaar moet zich naar nieuwe heren schikken.

 

 

De barmhartige Samaritaan

 

Over die nieuwe heren kunnen we misschien meer zeggen als we weten wie de 1,8 miljoen gulden hebben opgehoest waarmee de staking is afgekocht. Iemand van de vakbond die tijdens het kort geding al bereidheid toonde de staking te breken, weet het waarschijnlijk wel. Van deze leider tekende Trouw de volgende uitspraak op:
“Dan halen we het geld ergens anders vandaan, zegt vakbondsleider Errol Bishop” van de vakbond van electriciteitswerkers[15]

picture8
Whiteman heeft een financier gevonden, maar werkt Venezuela mee?

 

Het valt ons op dat na het beëindigen van de staking bekend werd dat na twee jaar eindelijk de ‘derde partij’ is gevonden die de enorme investeringen wil financieren die nodig zijn om de Isla-raffinaderij te moderniseren: de Chinese oliemaatschappij Guangdong Zhenrong Energy, een van China’s grootste bedrijven op het gebied van raffinage, petrochemie, opslag en distributie van raffinageproducten. De regering en het Chinese bedrijf hebben elkaar vier maanden tijd gegeven om te onderhandelen. De voortekenen lijken gunstig. De Chinezen vragen geen overheidsgarantie en beloven van de raffinaderij een milieuvriendelijk bedrijf met goede arbeidsvoorwaarden te maken, dat 20 jaar na oplevering nog competitief is.

 Guangdong Zhenrong Energy zal zorgen voor financiering, ontwerp, techniek (engineering) en bouw. Er zijn plannen om de opslagcapaciteit te verhogen, de elektriciteitscentrale te moderniseren door overschakeling op vloeibaar aardgas, dat ook zal worden opgeslagen voor export. Maar wie zal de raffinaderij exploiteren? Het contract met de Venezolaanse staatsmaatschappij PdVSA loopt in 2019 af. De werkzaamheden gaan, als het contract met de huidige uitbater is afgelopen, meteen van start. De Chinezen dragen de verantwoordelijkheid om de aanvoer van ruwe olie te garanderen. “Daarvoor moet er eerst worden onderhandeld met Venezuela vanwege de lange relatie die we hebben”, zo legde Whiteman, de huidige president van Curaçao, uit.[16] Zoals bekend verkeert Venezuela in een diepe economische en politieke crisis. Op dit vlak zijn nog wel problemen te verwachten. China is de hoofdafnemer van ruwe olie uit Venezuela en lijkt zich via invloed op de Isla Raffinaderij te willen verzekeren van voortgezette levering, wat ook het lot zal zijn van het Chavez-regime.

 

 

Beloften aan de arbeiders van Curaçao

 

Guangdong Zhenrong Energy is bereid om 18 miljard gulden (10 miljard US$ of ruim €9 miljard) te investeren. De 1,8 miljoen gulden die de stakers is toegezegd is vergeleken hiermee een schijntje. Om precies te zijn 0,1 promille, een heel klein biertje. In een live-toespraak voor radio en tv verklaarde president Whiteman zondagavond 18 september de voordelen van Curaçao van de mogelijke komst van de nieuwe, Chinese heren. In een overduidelijke poging om de maar net gebluste vlammen van arbeidersstrijd verder te laten doven, en elke escalatie naar een nieuwe Trinta di Mei te voorkomen, richtte hij zich tot het proletariaat:

  • Arbeiders die in de toekomst via een aannemer of onderaannemer bij de Isla werken, zullen hetzelfde verdienen als collega’s die bij de raffinaderij in dienst zijn.
  • De Chinese overheid zal niet toestaan dat hun werknemers naar Curaçao worden uitgezonden. Guandong zal daarom samen met de Curaçaose overheid mensen opleiden om het werk te doen. Het leger van lokale werkloze jongeren en volwassenen krijgt de kans om een vak te leren en op een waardige manier hun brood te verdienen.
  • De 4.000 arbeidskrachten die waarschijnlijk nodig zijn, zullen de fondsen van de ziektekostenverzekering en de pensioenen weer op peil brengen.
  • De sociale sector, onderwijs en de huisvesting zullen profiteren van de kapitaalsinjectie.
  • Aanzienlijke daling van de milieuvervuiling.

Tot slot verwees Whiteman naar de noodzaak dat Curaçao zich aan bepaalde principes houdt – lees, de staat zijn geloofwaardigheid behoudt en de heersende elites kunnen blijven zitten –  zoals het principe van ‘goed en schoon bestuur’, sociale ‘rechtvaardigheid’, ‘accountability’, de ‘emancipatie van de afhankelijkheid’ en, let wel, ‘de dominantie van geld’. Andere belangrijke principes zijn een ‘inclusief beleid’ waar alle bewoners de kans krijgen om actief mee te doen in de samenleving en vooruit te komen.[17]

 

 

China – waarom het investeert en waarin

 

picture9
Jaarlijkse groei van het BNP. Bron: Wereldbank.

Na jarenlange dubbele groeicijfers, is sinds de ‘kredietcrisis’ van 2008 een daling van de groei van de Chinese economie ingetreden.

De groeicijfers zijn vergeleken met andere landen nog steeds hoog, maar laag genoeg om tot binnenlandse politieke problemen te leiden: toenemende stakingen en rellen door met name arbeiders afkomstig van het platteland die op basis van tijdelijke vergunningen werken in de fabrieken in de Parelrivierdelta.[18]

Er is sprake van een gigantische overproductie van bijvoorbeeld staal, maar de Chinese machthebbers durven geen staalfabrieken en kolenmijnen te sluiten vanwege het arbeidersoproer dat daarvan het gevolg zou kunnen zijn. Dus zijn sommige fabrieken gesloten en zitten de arbeiders met behoud van loon thuis. Andere fabrieken produceren door en de productie zoekt wereldwijd naar afzetmogelijkheden.

De Chinese staat maakt van de nood een deugd en geeft de naar afzet zoekende productie een uitlaatklep in infrastructurele projecten, niet alleen in China zelf, waar nieuwe industriegebieden en transportmogelijkheden worden ontwikkeld, maar ook in het buitenland. Zo is een gigantisch project – de Nieuwe Zijderoute – gaande om de Chinese industriecentra via spoorwegen en havens over land en over het water te verbinden met de afzetmarkten in Europa, dwars door Eurazië heen. Als dit ambitieuze plan slaagt – er zijn problemen met de financiering door derden en met de politieke stabiliteit van de gebieden waar de route doorheen loopt – zou de geostrategische indeling van de wereld ingrijpend zijn veranderd omdat China, Rusland en Europa dan nauw met elkaar verbonden zijn. In de Verenigde Staten wordt dit project – dat zij notabene zelf hebben ontwikkeld om aan Afghanistan een perspectief te bieden – argwanend bekeken omdat het haar plannen om de Russische Federatie economisch en militair te beperken doorkruist, en omdat het door sommigen wordt gepresenteerd als alternatief voor de neoliberale ideologie en economische praktijken. In de Nieuwe Zijderoute zijn volgens sommige voorstellingen van zaken ook andere werelddelen betrokken, m.v. Afrika en Latijns-Amerika en Noord-Amerika (via de smeltende poolkap). In Brazilië heeft China een grote afzetmarkt voor industrieproducten en in Venezuela heeft China een belangrijke leverancier van fossiele brandstoffen gevonden. De investeringen in de Isla Raffinaderij passen in dit plaatje.

Net als voor en tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, is Curaçao ook nu, in wat het voorspel tot een Derde Wereldoorlog kan zijn, van groot strategisch belang: Willemstad was, is en zal zijn een knooppunt in de aanvoer van energie. Zowel de Verenigde Staten als China willen Curaçao onder hun invloed krijgen of behouden om hun imperialistische belangen veilig te stellen.

 

 

Het Chinese model van arbeidsverhoudingen

 

Het is opvallend dat China in de overeenkomst met de regering van Curaçao een soort sociale paragraaf heeft opgenomen, waarmee president Whiteman de arbeidersbevolking probeert te paaien. Van China is bekend dat het zaken doet met elke heersende kliek, ongeacht het beleid, ook inzake arbeidsverhoudingen. Maar Curaçao is voor China geen land of eiland, het is een raffinaderij … nogal explosief. In eigen land is de Chinese overheid niet erg kieskeurig als het gaat om de rechten van arbeiders. Alleen de door de partij en de staat gecontroleerde vakcentrale wordt getolereerd als zogenaamde organisatie van de arbeiders. Stakingen worden onderdrukt, uitbarstingen van arbeiderswoede in rellen neergeslagen. De werkelijkheid van arbeidsverhoudingen in China geeft het volgende beeld:

  1. Wanneer stakingen grote druk uitoefenen, worden de gestelde eisen ingewilligd voordat de beweging zich uitbreidt.
  2. Vervolgens vindt door repressie plaats tegen leiders (bijna altijd ontslag, vaak gevangenisstraffen, soms moord door politie of gangsters).
  3. Zoals boven al aangegeven, de bedrijven werken met migranten van het platteland met slechts een tijdelijke verblijfsvergunning. Deze arbeiders staan voortdurend onder druk en moeten terug naar het platteland als ze geen werk meer hebben.
  4. Bewegingen die te groot zijn om op deze wijze te onderdrukken, zoals de zogenaamde ‘studenten’-opstand van Tiananmen/Plein van de Hemelse Vrede, worden ingekaderd door de leiders (studenten) in te palmen, in de partij op te nemen, baantjes te geven. De arbeiders worden hard aangepakt door de militairen.

Deze aanpak heeft tot nu toe in China een arbeidersopstand kunnen vermijden. Maar nu de economische groei afneemt, wordt de mogelijkheid geringer om de concessies te doen die tot nu toe de massa van de arbeiders deed stoppen met stakingen en/of rellen.

Een slimme lezer zal niet zijn ontgaan dat punt 1 overeenkomt met het verloop van de recente staking: afgekocht!
Punt 2 kan nog plaatsvinden zodra de stakingsdreiging geheel uit de lucht is.
Punt 3 is al realiteit met ‘contractors’ uit Venezuela die op de Isla werken.
Punt 4 is op Curaçao toegepast na de Trinta di Mei met Godett en meer recent met Erroll Cova.

 

 

Stakingen, oproer en opstand

 

Stakingen zijn – of ze erin slagen eisen ingewilligd te krijgen of niet – altijd meer dan puur economische strijd. De Trinta di Mei begon om het verlies van inkomen en baanzekerheid toen Shell ging werken via contractors. Terwijl de arbeiders de straat op gingen, veranderde de strijd van een strijd om ‘brood’ in een strijd om iets wat al langer veel dieper zat: ‘respect’. Daarin speelde het gevoel van verontwaardiging een grote rol, namelijk dat men niet als mensen, maar nog steeds als slaven werd behandeld. Op dat moment kwamen namelijk ook herinneringen op aan de slavenopstand van 1795 onder leiding van de revolutionaire slaaf Tula, waarvan de verhalen van mond tot mond zijn overgeleverd aan volgende generaties. Hier wordt deze geschiedenis als bekend verondersteld[19] en als echte opstand vergeleken met de Trinta di Mei, die wel opstand werd genoemd maar die slechts een oproer was.

picture10
Standbeeld van Tula.

Tula leidde een opstand omdat hij een vooropgezet doel had, bevrijding van de slaven en een plan over de te nemen stappen. De beweging was goed voorbereid en de te bevrijden slaven werden in de beweging betrokken door in te spelen op het inmiddels gegroeide bewustzijn dat zij net als de slavenhouders mensen waren met dezelfde mensenrechten. Daarbij sloot Tula aan bij de idealen van de Franse Revolutie die in de Franse kolonie Haïti had geleid tot het afschaffen van de slavernij. Omdat Holland toentertijd bezet was door Frankrijk, had hij de hoop dat de acties op Curaçao eveneens zouden leiden tot het afschaffen van de slavernij in de Hollandse kolonie. Tevergeefs. De opstand werd neergeslagen en Tula gruwelijk ter dood gebracht. In Suriname hadden opstandige slaven meer kans: als ze erin slaagden het oerwoud te bereiken, konden ze hun Afrikaanse leefwijze weer oppakken, eventueel vanuit de jungle bevrijdingsacties ondernemen.

De Franse Revolutie was een burgerlijke revolutie die de kapitaalbezitters politieke macht bracht om de kapitalistische economie verder te bevrijden van allerlei beperkingen van de marktwerking. Ook de arbeidskracht kon nu vrijelijk worden verhandeld door de bezitslozen, die waren veranderd in loonarbeiders. De loonslaaf wordt niet verkocht door een ander, hij verkoopt zelf voor een bepaalde arbeidstijd zijn arbeidskracht, zijn vermogen om te werken. In de Verenigde Staten maakte de afschaffing van de slavernij het mogelijk dat voormalige slaven naar het noorden vertrokken om in een nieuwe slavernij – als loonarbeiders – in de vleesindustrie van Chicago en later in de auto-industrie van Detroit te werken.

De situatie van loonarbeider is een andere dan die onder vorige vormen van slavernij. Slavenopstanden leidden in de Oudheid – denk aan de Spartacusopstand in het Romeinse Rijk – op zijn best tot terugkeer van de bevrijde slaven naar de maatschappelijke verhoudingen van voorheen. Tula kon het daarentegen wagen om in een opstand een historische sprong vooruit te wagen door de staat te bewegen de slavernij af te schaffen, iets wat op termijn onvermijdelijk was door de onstuitbare opkomst van het kapitalisme. De ontwikkeling van slavernij naar loonarbeid was zeker een historische vooruitgang, waar de meeste betrokkenen ook bewust voor kozen, door te vluchten, te verhuizen, zo nodig door een strijd aan te gaan die hen het leven kon kosten, simpelweg omdat zij niet als slaaf meer wilden leven.

De bevrijding uit de loonslavernij is nog iets wat voor ons ligt. Zij is niet mogelijk door een terugkeer naar maatschappelijke verhoudingen van voorheen, en de jungle in vluchten kan ook moeilijk. Voor de arbeidersklasse is haar zelfbevrijding alleen mogelijk in een moeizaam revolutionair proces waarin de gehele maatschappelijke verhoudingen worden omgewenteld. De arbeiders voeren strijd ter verdediging van hun levenssituatie tegen de gevolgen van de crisis die van haar kant laat zien dat het kapitaal de maatschappij slechts ellende en imperialistische oorlog brengt. In die strijd ontwikkelen ze hun organisatie als klasse en klassebewustzijn. Dat wil zeggen wie ze zijn, dat ze hun strijd zelf moeten leiden, wie hun vijanden zijn, dat ze moeten leren de aanvallen door de staat te weerstaan en uiteindelijk de staat te trotseren. Al strijdende veranderen zij zich zelf van ondergeschikt aan en uitgebuit door het kapitaal in zelfbewuste mensen. De opstand tegen de macht van de staat is een belangrijk deel van dit revolutionaire proces. Daarna begint de macht van de arbeidersraden over de maatschappij. De arbeidersraden nemen zelf rechtstreeks de productiemiddelen in handen, zonder tussenkomst van een staat of kapitaal. Ze stellen de productie in dienst van het bevredigen van maatschappelijke behoeften in plaats van zoals tot nu toe, de winsthonger van een kleine groep.[20]

Het mag duidelijk zijn dat de Trinta di Mei geen opstand was in de bovenvermelde betekenis. Er was niet eens een vooropgezet plan om de onvermijdelijke repressie door de staat te trotseren. Het kon ook niet anders, want er was geen bewustzijn anders dan elementaire verontwaardiging, het allereerste begin van een revolutionair bewustzijnsproces. Alleen omdat deze verontwaardiging op brede schaal bestond, sloot een groot deel van de overige proletariërs zich bij de arbeiders aan. Maar men had geen idee wat te doen, anders dan winkels plunderen en brandjes stichten. Dat noemt men oproer. Oproerlingen zijn bij gebrek aan perspectieven niet in staat zich te verdedigen tegen de repressie die onvermijdelijk volgt.

 

 

Hoe verder?

 

De leiders van de staking van 2016 zijn door de elites veelvuldig geprezen dat het niet weer tot een oproer is gekomen. Vanuit het standpunt van de arbeidersklasse is dat ook geen slechte zaak, maar om een totaal verschillende reden: een herhaling van het oproer zou alleen maar nieuwe repressie zou hebben gebracht. We moeten verder dan het oproer. In een volgend geval doen actievoerende arbeiders er beter aan om zich voor te bereiden op de repressie die dan is te verwachten. Een belangrijk middel daartoe is uitbreiding naar zoveel mogelijke bedrijven, liefst ook naar andere (ei)landen. Uitbreiding naar het proletariaat in de volkswijken is ook een belangrijke verdediging. Op een moment dat zij hun beweging stevig onder controle hebben, kunnen stakers de arbeiderswijken weer voorzien van energie, water, voedsel, onderwijs en zorg. Dan wordt duidelijk dat de loonslaven van vandaag de vrije en gelijke producenten van morgen kunnen zijn, die een maatschappij tot stand brengen waarin ieder zijn unieke en persoonlijke eigenschappen kan ontwikkelen.

Op dit moment zijn de arbeiders die eerder in de staking betrokken waren, weer gedemobiliseerd. Ze werken ondergeschikt aan bazen, raken steeds verder opnieuw verdeeld. In deze situatie dreigt repressie voor wie het meest vooraan stonden in de strijd. Beloftes hoeven steeds minder nagekomen te worden. Het is nu belangrijk om contact te houden met elkaar en de ontwikkelingen nauwlettend te volgen, elkaar alert te houden om opnieuw in beweging te komen als de situatie dat noodzakelijk maakt.

Niet iedere arbeider is daarvoor te motiveren. Uiteindelijk kunnen het slechts kleine, losjes met elkaar verbonden groepen zijn die proberen de alertheid van de strijd vast te houden en de lessen te trekken voor komende bewegingen. Aangezien de vakbonden buiten de strijd niet onder druk gezet worden door de arbeiders, is het zaak om goed op te letten hoe ver ze gaan in het ‘overleg’ met de bazen en de overheid om hun ‘onderhandelingsvrijheid’ te redden … ten koste van de arbeiders. Hetzelfde geldt voor die andere organisaties waarvan een deel zich in naam beroept op de arbeiders, politieke partijen.

Elke verdeling van de arbeiderseenheid moet actief bestreden worden, met name waar wordt geprobeerd arbeiders van Curaçao uit te spelen tegen die van andere eilanden of staten.

De toekomst van het proletariaat van Curaçao ligt in een arbeidersrevolutie in het gehele Caribische gebied.

 

Fredo Corvo, 25 september 2016.

-.-

Deze tekst mag geheel worden overgenomen met vermelding van de bron:
https://arbeidersstemmen.wordpress.com/2016/09/25/curacao-de-algemene-staking-van-15-september-2016-een-herhaling-van-trinta-di-mei/

Of gebruik bijgaand PDF-bestand algemenestakingcuracao om te mailen of te verspreiden via sociale media.

Noten

[1] Antilliaanse Gulden (ANG). Per 23-9-2016 is 1 ANG = 0,50 EUR of 0,57 US$.

[2] Zie Trouw 16-9-2016. De Telegraaf wierp zich voornamelijk op als belangenbehartiger van het toerisme, zie http://www.telegraaf.nl/binnenland/26617923/__Staking_Curacao_voorbij__.html

[3] Trouw 16-9-2016. http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/4378146/2016/09/16/Waarom-lag-Curacao-een-dag-plat.dhtml.

[4] CBS, Consumer Price Index, http://www.cbs.cw, aangehaald in http://www.comitekoninkrijksrelaties.org/wp-content/uploads/2015/11/Wat-heeft-10-10-10-economisch-opgeleverd-final.pdf.

[5] http://www.antilliaansdagblad.com/nieuws-menu/14081-onrust-onder-leden-sgtk.

[6] https://knipselkrantcuracao.wordpress.com/2012/04/28/sgtk-leden-verwerpen-cao-voorstellen/

[7] Over de manier waarop de wet zonder tegenstemmers is aangenomen: http://www.kkc-curacao.com/amigoe-franco-niemand-stemde-tegen-omstreden-wet/#more-167909.

[8] http://www.kkc-curacao.com/amigoe-akkoord-korsou-ta-avansa-maakte-einde-aan-algehele-staking/#more-167907.

[9] Wikipedia https://en.wikipedia.org/wiki/Curaçao.

[10] http://www.kkc-curacao.com/mou-rdk-en-pdvsa-ondertekend/.

[11] https://nl.wikipedia.org/wiki/Trinta_di_mei.

[12] https://nl.wikipedia.org/wiki/Wilson_Godett.

[13] http://www.kkc-curacao.com/amigoe-analyse-algehele-staking-brevet-van-onvermogen-van-alle-partijen/#more-167927.

[14] https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Errol_Cova&direction=next&oldid=39175200.

[15] Trouw idem.

[16] http://www.kkc-curacao.com/amigoe-mou-met-chinese-gigant-voor-modernisering-isla/

[17] http://www.antilliaansdagblad.com/curacao/14425-gelijke-lonen-bij-isla.

[18] Zie voor uitgebreide informatie de bundel van artikels ‘Wanneer een vlinder in China met zijn vleugels klapt …’. Hardcover ISBN: 9789402153767, E-book ISBN: 9789402153842. http://arbeidersstemmen.nl/chinavlinder.html.

[19] Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Curaçaose_slavenopstand_van_1795 en https://nl.wikipedia.org/wiki/Tula_(slavenleider).

[20] Zie voor meer de website met theorie en historische teksten http://arbeidersstemmen.nl.


Voor een beter begrip:

 

 

 

Curaçao: de algemene staking van 15 september 2016, een herhaling van Trinta di Mei?

Een gedachte over “Curaçao: de algemene staking van 15 september 2016, een herhaling van Trinta di Mei?

Plaats een reactie